Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [5]Hij heeft hun hart [6]verdeeld, nu zullen zij [7]verwoest worden; Hij zal hun altaren [8]doorhouwen, Hij zal hun opgerichte beelden verstoren. 5. Namelijk God, van wien in het volgende klaarlijk gesproken wordt. Dit schijnt het eenvoudigste te wezen. 6. Door den geest van den twist en de tweedracht, waardoor zij elkander vernielen; zie boven hfdst.7 vs.7, en vergelijk Richt.9:23, en de aantekening aldaar. 7. Dit wordt in het volgende verklaard. Anders: schuldig bevonden worden. 8. Gelijk men enen misdadiger den nek doorhouwt, of onthalst.